Tandheelkunde Kat

Tandheelkunde

Gebitsproblemen komen veel voor bij honden, katten, konijnen en knaagdieren. U kunt dit wellicht merken aan stank uit de bek, ontstoken (rood) tandvlees, tandsteen op tanden en kiezen, overmatig kwijlen of moeite met eten. Vaak zijn gebitsproblemen echter ongemerkt aanwezig. Daarom is een regelmatige controle van het gebit van belang, bijvoorbeeld tijdens de jaarlijkse gezondheidscontrole/vaccinatie, om problemen in een vroeg stadium te ondervangen. Vermoedt u dat uw dier een gebitsprobleem heeft? Maak dan een afspraak voor controle en advies.

Uw huisdier is bij ons in goede handen voor de meest voorkomende gebitsbehandelingen.  In de meeste gevallen brengen we uw dier voor een gebitsbehandeling onder narcose, omdat zij het anders niet toelaten. Tevens is onder narcose veel beter de toestand van het gebit en de bek te beoordelen.

Veel voorkomende gebitsbehandelingen zijn:

  • Tandsteen verwijderen, reinigen en polijsten van het gebit
  • Extractie (trekken) van afwijkende/aangetaste tanden/kiezen
  • Verwijderen van persisterende melkhoektanden
  • Inventariseren en verwijderen van massa’s in de bek

Lees meer over gebitsproblemen bij honden en katten.

Eosinofiel granuloom complex bij de kat

Dieren hebben, net als mensen, verschillende soorten witte bloedcellen met elk een eigen specifieke taak binnen het afweersysteem. Vaak worden deze cellen genoemd naar de kleur waarmee ze onder de microscoop herkenbaar worden gemaakt. De eosinofiele granulocyt is daar een voorbeeld van, de cel (cyt) kleurt aan met het stofje eosine en bevat blaasjes (granula) met afweerstoffen.

Eosinofiele cellen spelen een belangrijke rol bij ontstekingsreacties, allergische reacties en bij de afweer tegen parasieten. De huid- en slijmvliesafwijkingen die bij het eosinofiel granuloom complex voorkomen bestaan uit een opeenhoping van eosinofiele cellen. Een reden hiervoor is niet altijd te vinden maar het zou kunnen zijn dat de kat een allergische aandoening heeft, zoals een voedsel- of vlooienallergie.

Bij de kat kunnen 3 verschillende uitingsvormen van deze afwijking (zelfs naast elkaar) voorkomen, namelijk:

  • De eosinofiele zweer

Zweren zien we vooral op de bovenlip en soms ook in de bek van de kat. Op de bovenlip kunnen vrij grote diepe zweren ontstaan waarbij een deel van de lip verloren kan gaan en wat pijnlijk is voor het dier. Soms kan een zweer op de lip tot ver op het verhemelte doorlopen.

  • De eosinofiele plaque

Dit is een stevige goed omschreven wat vochtige, ruw gelikte en ontstoken plek in de huid. Plaques worden meestal gevonden aan de onderzijde van de buik en de binnenkant van de dijbenen, soms op meerdere plaatsen tegelijk. Katten likken hier meestal vrij heftig aan. Het irriteert of jeukt dus flink.

  • Het eosinofiel granuloom

Een granuloom komt voor in de huid of het slijmvlies en bestaat uit een goed omschreven zwelling die boven het huidoppervlak uit komt. Ze kunnen over het hele lichaam en in de bek (vooral de tongbasis) voorkomen. Het granuloom in de tong kan lang onopgemerkt blijven totdat het proces zo groot wordt dat het problemen bij het eten veroorzaakt.

Diagnose
Omdat veel van deze (huid)afwijkingen lijken op een ontsteking of een tumor is het raadzaam het afwijkende weefsel te onderzoeken door middel van een uitstrijkje of door het nemen van een biopt. Aangezien de plekken pijnlijk zijn en op een moeilijk te bereiken plek kunnen zitten gebeurt dit vaak onder narcose.

Therapie
Als de diagnose vastgesteld is wordt in de meeste gevallen gestart met het geven van corticosteroïden (langwerkende injectie of tabletten) of cyclosporine (Atopica®). Vaak is langdurige behandeling nodig, soms zelfs levenslang. Corticosteroïden werken snel en zijn goedkoop, maar kunnen bij langdurig gebruik van hoge doseringen vervelende ongewenste bijwerkingen hebben. Cyclosporine werkt wat langzamer en is relatief duur, maar heeft minder bijwerkingen.

Een antibioticumkuur wordt ingezet in verband met de secundaire infecties die doorgaans optreden.

Bij verdenking van een allergie kan er wellicht een oplossing gevonden worden. In alle gevallen is het van belang de vlooienbestrijding te optimaliseren. Bij verdenking van een voedselovergevoeligheid kan een test met een (zelfgemaakt) eliminatiedieet uitgevoerd worden.

In sommige hardnekkige gevallen kan een operatie, bestraling of therapie m.b.v. bevriezen uitkomst bieden.

Aanvullend kunnen omega-3 vetzuren aan de voeding toegevoegd worden.

Prognose
De resultaten van de behandeling zijn wisselend. Wanneer de oorzaak van de allergie wordt gevonden en die behandeld kan worden, is de kans op blijvend herstel groot. Wanneer er geen oorzaak wordt gevonden en er medicatie moet worden gegeven is de reactie bij de meeste katten goed. Anderen hebben levenslang (regelmatig) medicijnen nodig om de problemen onder controle te houden. De dierenarts zal er daarbij naar streven om de dosering zo laag mogelijk te houden om eventuele bijwerkingen te vermijden.

© Copyright Online Marketing Bureau iClicks 2024 | Privacyregelement | Cookie settings Algemene voorwaarden | Contact | Sitemap